Maïsmolen

In Togo is de plattelandsbevolking voornamelijk werkzaam in de agrarische landbouw. Zij verbouwen o.a. maïs, maniok, cassave, rijst, soja en yam. Het voornaamste basisvoedsel is van maïs bereid en wordt op verschillende manieren gegeten. De meest gebruikte is puree. Het maïs wordt eerst gemalen tot meel (moulu) en dan gemixt met water tot een deegachtige puree (akumé) ontstaat. Het wordt gegeten met een (groente)saus, eventueel met vlees of gestoofde vis.

Het vermalen van maïs tot meel gebeurt met behulp van een maïsmolen. Maar omdat er (te) weinig molens zijn op het platteland, wordt er vaak uren gelopen met zware teilen, pannen of zakken gevuld met maïs. Deze taak, die voornamelijk door jonge vrouwen wordt gedaan, kost enorm veel tijd. En hierdoor kunnen zij niet naar school of andere economische activiteiten ontplooien. Bij een molen in de directe omgeving profiteren al snel honderden in de regio woonachtige dorpelingen.

Stichting Hola investeert in maïsmolens om o.a. de zelfredzaamheid van de plattelandsbevolking te stimuleren. De maïsmolen blijft in eigendom van stichting Hola totdat de investering uit de inkomsten wordt terugbetaald. De inkomsten worden gebruikt voor brandstof, onderhoud, reparatie, personeelskosten en aflossing. Nadat de maïsmolen na enkele jaren is terugverdiend, kan er vervolgens weer een nieuwe molen worden geplaatst op een andere locatie.

De voordelen van een maïsmolen zijn verder:
– verlichting van zware arbeid voor vrouwen
– vrouwen hebben meer tijd voor scholing en andere activiteiten
– bestrijding van voedingsproblemen
– economische vooruitgang
– stimuleert nieuwe projecten